Maria Montessori noemt het kind in deze levensfase ‘de verkenner’: Het kind verzamelt alle kennis die het tegenkomt en stelt telkens weer de ‘waarom-vraag’. In de onderbouw krijgen de kinderen veel cirkelbewegingen uit de natuur te zien; van ei tot kip, van zaadje tot bloem… Ze gaan zich afvragen waar het eerste zaadje vandaan kwam. Vandaar dat we in de middenbouw beginnen bij het begin: de oerknal en de scheppingsverhalen. Daarna gaan we kijken hoe de aarde is ontstaan en hoe de werelddelen zich gevormd hebben. Dan gaan we via het ontstaan van het leven naar de dinosauriërs en naar de eerste mensen. De middenbouw bestaat uit 3 jaren:
Deze thema’s zijn de kapstok van waaruit we werken. Elk thema bestaat uit een blok van 7 lessen en 1 toetsles en duurt dus 8 weken. Binnen elk thema komen alle vakken van wereldverkenning aan bod: wereldoriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, maatschappijleer, techniek, natuur- en scheikunde, filosofie en levensbeschouwing. Dit wordt aangeboden met één centrale les per week. Na deze les kunnen kinderen individueel, in groepjes en klassikaal allerlei verwerkingen maken. Daarnaast richten we ons in de middenbouw op voorbereidende vaardigheden, kennis en competenties voor de bovenbouw zoals tijdsbesef, je werk overzien en plannen, het leren maken van een mindmap en het voorbereiden op een toets. De toetsen zijn steeds verschillend van aard, het kan een tekentoets zijn waarbij ze in stripvorm het ontstaan van het leven moeten tekenen, een werkstuk, een presentatie of een schriftelijke toets. Dit om te voorkomen dat we alleen vaardigheden toetsen die horen bij taal en begrijpend lezen.
Lees hier verder over de pedagogiek en didactiek.
Lees hier verder op de pagina Visie en uitgangspunten.
Daarnaast levert DaVinci bij dit jaar de volgende materialen:
