Maria Montessori spreekt nog niet over Kosmisch Onderwijs en Opvoeding in de onderbouw. Ze vraagt ons het raam open te doen en de omgeving binnen te halen. Deze leeftijdsfase noemt ze ‘bouwer van de mens’. Het kind wordt in zeer korte tijd van totaal afhankelijk, tot een lopend, sprekend, zelfbewust persoon. In deze periode maakt het kind een snelle psychische groei door. Daarom heeft DaVinci ervoor gekozen om in de onderbouw als uitgangspunt het jaar en de seizoenen te nemen. Elk seizoen komt tweemaal terug:
Jaar 1: Zomer I, Herfst I, Winter I, Lente I.
Jaar 2: Zomer II, Herfst II, Winter II, Lente II.
Deze thema’s zijn de kapstok van waaruit we werken. Bij elk thema wordt ook minstens één dier, één plant en een beroep behandeld. Ook zitten er verschillende natuurkundige experimenten bij, zoals het maken van 2 exact dezelfde stukjes strand, met evenveel zand, schelpen en water. Verder leren we de kinderen als voorbereiding op de midden- en bovenbouw de begrippen tijd en tijdsbesef met de bijbehorende tijdlijn van het jaar en seizoenscirkel. De wereldbol is opengeklapt en tot een wereldkleed gemaakt waarop twister gespeeld kan worden, zodat de kinderen ook plaatsbesef krijgen.
Lees hier verder over de pedagogiek en didactiek.
Lees hier verder op de pagina Visie en uitgangspunten.
Daarnaast levert DaVinci bij dit jaar de volgende materialen:
